”Waarom doe je eigenlijk geen belijdenis”, vroeg iemand van de kerk tussen neus en lippen door. Ja, waarom eigenlijk niet, dacht Susan Pauw. Ze heeft altijd gevoeld dat ze God kan vertrouwen, ook in moeilijke tijden. ‘Zonder God zou ik me een stuk leger voelen.’
Susan Pauw (2004)
Het leven is genieten voor de studente Ecologische Pedagogiek. Ook het wonen op kamers in Utrecht is een feest. ‘Voor de zomer was ik nog vaak in Apeldoorn te vinden, maar nu ben ik lid van de studentenvereniging geworden en dus meer in Utrecht. Mijn jaargroep is heel fijn, er zijn Bijbelstudieavonden, sportactiviteiten, gezellige weekenden en natuurlijk de soos. Het is de bedoeling dat we elkaar echt goed leren kennen en onze levensverhalen delen. Supergaaf!’
Veilige plek
Susan groeide op met gelovige ouders, een christelijke basisschool en op zondag als gezin naar de kerk. Er was thuis echter ruimte en vrijheid om het te zeggen als je er anders over dacht. ‘Mijn ouders zouden wel verdrietig zijn als ik er bijvoorbeeld voor zou kiezen om niet meer naar de kerk te gaan, maar ze zouden wel van me blijven houden. Of als ik bijvoorbeeld lesbisch zou zijn, dan zouden ze me wel blijven steunen. Ze zeiden dat we er altijd samen uit zouden komen, als ik een uitglijder zou maken. Dat overal over kunnen praten vind ik heel fijn. Vrienden zeggen weleens: “Huh, praat jij daarover met je moeder?!” Ja, ik deel heel veel met mijn ouders en mijn zussen. Als we ons een keertje niet fijn voelen of iets lastigs meemaken, gaan we alle drie graag naar huis, terug naar die veilige plek.’
Bang dat ze me raar zouden vinden
Ze was een gelovig kind dat opgroeide in de ‘christelijke bubbel’. Het voortgezet onderwijs was dan ook een overgang. ‘Ik schrok er eerst gewoon van hoeveel er gescholden werd met de naam van Jezus. De eerste jaren ging het nog wel, maar vanaf de derde vond ik het moeilijker worden om er bijvoorbeeld voor uit te komen dat ik naar de kerk ging op zondag. Ik was bang dat ze me raar zouden vinden. Maar ik wilde ook niet meedoen in de leefstijl die voor sommigen heel normaal was, zoals dat je al geen maagd meer was op je vijftiende of dat je one night stands had met de oudere jongens van de klas. Maar er iets van zeggen durfde ik niet. Uiteindelijk leerde ik wel wie mijn echte vrienden waren. Wie er interesse in hadden of alleen maar een oordeel over dat ik op zaterdag mijn huiswerk af wilde hebben. Op zich begrijp ik dat wel hoor, maar nu ik bij een christelijke studentenvereniging zit, merk ik wel dat het heel fijn is om ook christelijke vrienden te hebben. Die me begrijpen.’
Dreigende filmpjes vol scheldwoorden
‘In Havo-4 was ik erg verliefd op een jongen en ik dacht hij ook op mij. We spraken regelmatig af maar tijdens de eerste lockdown heeft hij dat op een vervelende manier stopgezet. Omdat ik daar erg verdrietig over was, heb ik hem uit zelfbescherming geblokkeerd. Hij werd boos, zei tegen zijn vrienden dat ik was vreemdgegaan en allemaal andere roddels. Die vrienden gingen mij lastigvallen. Uitschelden voor hoer, dreigende filmpjes vol scheldwoorden rondsturen. Ik durfde niet meer alleen te lopen, had altijd hoofdpijn, was heel vaak ziek. De vrijdag was het verschrikkelijkst want dan had ik een blokuur Duits en zat ik met niemand van mijn vrienden in het lokaal maar wel met die groep. Niemand wist hoe erg het was en zelf zat ik in de overlevingsstand. Als ik eerst maar examen heb gedaan dan ben ik ervan af, dacht ik.’
Ze zijn er te makkelijk mee weggekomen
‘Uiteindelijk, aan het eind van Havo-5, liet ik mijn zus zo’n filmpje zien en die zei meteen: “Maar dit is niet oké, dit moet je aan mama vertellen!” Lang verhaal kort: de mentor heeft ingegrepen, één jongen heeft z’n excuses aangeboden en de rest ontkende dat het was gebeurd. Heel dom, want hun hoofden staan op de filmpjes. Achteraf denk ik weleens dat ze er te makkelijk mee weg zijn gekomen, dat ik aangifte had moeten doen. Eigenlijk gun je ze dat wel, een bezoekje van de politie. Maar toen wilde ik het niet erger maken dan het al was. Als ik op de snelweg een auto zie als die van een van die jongens, krijg ik nog altijd een naar gevoel. De jongen die z’n excuses aanbood was een van mijn beste vrienden. Hij geloofde niets van die roddels, maar uiteindelijk zat hij ook in die filmpjes en schold hij mij ook uit. Daarmee heeft hij echt iets kapot gemaakt.’
Oprecht gelukkig
Ook in die nare tijd was God er. ‘Ik heb altijd gevoeld dat God er was wat er ook zou gebeuren. Dat het weer beter zou worden, dat mijn vertrouwen niet beschadigd zou worden. Voordat ik ga slapen luister ik altijd naar een lied om bij God te komen. Dat is mijn vorm van bidden en danken. De kerk is voor mij een fijne plek om lid van te zijn. Ook al ken je elkaar niet goed, je kunt toch met iedereen praten. Het voelt gewoon veilig. Ik denk niet dat ik in mijn eentje kan geloven. Zonder God zou ik me een stuk leger voelen. En zonder kerk krijg je toch minder een boost zoals nu elke zondag? Dat je denkt: hier wil ik meer over weten of: dit moet ik meer oppakken. God is te vertrouwen, Hij heeft het weer beter voor mij gemaakt. Dit jaar voel ik me oprecht gelukkig en daar ben ik heel blij mee.’
JvdL | september 2022
fotografie Wim Pauw