‘Al die kerken, daar raak je van in de war. Waarom is er niet gewoon één uitleg van de Bijbel?’
Als jongere worstelde ze met de vraag of ze wel goed genoeg was, genoeg deed, genoeg wist. Tot iemand tegen haar zei dat de perfecte christen helemaal niet bestaat. Dan kom ik maar gewoon naar de kerk zoals ik ben, besloot ze.
Ze gaat met veel plezier, vooral sinds ze deel uitmaakt van een actieve vriendengroep en ze de preken van de dominee begrijpt. Twee jaar geleden was dat heel anders. ‘Iedereen van mijn catechisatiegroep had al belijdenis gedaan en ik nog niet. Daar kreeg ik echt stress van! Ik ben iemand die gevoelig is voor de mening van anderen, kijk ook erg tegen sommige mensen op. Vergeleken met hen voelde ik me geen goede christen. Ik kwam bijvoorbeeld niet elke zondag in de kerk. Dat kwam ook door mijn werk in het ziekenhuis, maar toch.’ Ze was bang dat mensen haar hypocriet zouden vinden en haakte steeds meer af.
Blij als anderen blij zijn
Joanne is in Apeldoorn opgegroeid. Ze studeerde verpleegkunde, woonde op kamers in Zwolle en kreeg tijdens corona een baan in het kinderziekenhuis. Dat vond ze een vette uitdaging en ze ging er helemaal voor. Het hbo-studentenleven zette ze er zelfs voor aan de kant. Maar inmiddels woont ze weer thuis en oriënteert ze zich ook op het vervolg van haar zorgcarrière. ‘Het kinderziekenhuis was toch wat te zwaar voor mij, de problematiek daar. Ik ben sociaal, zorgzaam, gevoelig en word blij als anderen blij zijn. Maar in een ziekenhuis word je ook geconfronteerd met intense dingen. Ouders die hun kindje verliezen, vreselijk!’ Ze werkt nu in de kinderopvang en overweegt qua studie meer de pedagogische kant op te gaan.
Hoor ik er wel bij?
Een keuze maken in het geloof vond ze lastig. Hoorde ze er in de kerk wel bij, werd ze wel gezien? Tijdens een zussenmiddag in de kerk veranderde er iets. Ze merkte dat mensen het leuk vonden dat ze er was en oprechte interesse hadden. Daarom besloot ze toch eens met de jeugdouderling te praten. ‘Wim zei dat ik nooit een perfecte christen zou worden, want die bestaan niet. Ik hoorde er volgens hem gewoon bij zoals ik was. Dat was voor mij een eye opener. Toen ik daarna op de belijdeniscatechisatie ging en over mijn gevoelens praatte, ontdekte ik dat veel jongeren hetzelfde hebben. Je denkt dat je eerst alles moet weten en alles goed moet doen, maar eigenlijk begint het pas als je belijdenis hebt gedaan en gewoon maar met God op weg gaat.’